Inleiding
In de game RisicoRijk ben jij een agrarisch ondernemer in een wereld vol kansen en onzekerheden. Je bouwt aan je bedrijf, ontwikkelt strategieën en probeert te groeien. Maar de toekomst laat zich niet voorspellen en onverwachts krijg je te maken met uitdagingen zoals klimaatverandering, nieuwe regelgeving en maatschappelijke druk. Dit zet jou als ondernemer op scherp. Hoe ga jij om met deze uitdagingen? Ga je alleen verder of ga je op zoek naar een samenwerking? Ben je daadwerkelijk goed voorbereid op wat er komen gaat?
Vertrouwen, durf en inzicht bepalen of je sterker of juist kwetsbaarder wordt. Je verzamelt en verkoopt hulpbronnen, investeert in innovaties en je hebt de mogelijkheid om samen te werken met andere ondernemers.
Tijdens het spel zul je slimme keuzes moeten maken: Ga je investeren? Welke risico's neem je? Wat doe je als het spannend wordt?
Welkom bij RisicoRijk.
Inhoud RisicoRijk
- Bedrijfskaarten Tuinbouwbedrijf, Veeteeltbedrijf, Varkenshouderij, Akkerbouwbedrijf
- Vertrouwensfiches 8x Blauw, 8x Geel, 8x Groen, 8x Rood
- Munten 80x
- Hulpbronkaarten 16x Grondstof, 16x Water, 16x Energie, 16x Arbeid
- Innovatiekaarten 4x
- Overheidssubsidiekaarten 5x
- Samenwerkingskaarten 4x
- Steunmaatregelkaarten 4x
- Crisiskaarten 10x
Let op: Bij het zien van het icoon van de megafoon lees je de tekst voor.
Instructies voor de spelbegeleider
Jouw rol als spelbegeleider is cruciaal in RisicoRijk. Je begeleidt het spelverloop en creëert ruimte voor ontdekking en reflectie. Je bent niet iemand die alles voorkauwt, maar je laat spelers fouten maken, struikelen en leren. Hieronder vind je richtlijnen over wat je als spelbegeleider wel of niet vertelt en hoe je het spel het meest effectief begeleidt.
Speelfase 1
- Leg het doel en de structuur van deze fase duidelijk uit.
Speelfase 2
- Start de uitleg van speelfase 2 pas wanneer deze fase begint.
Tips voor de spelbegeleider
- Grijp niet te snel in. Spelers mogen fouten en verkeerde keuzes maken en daarop terugkomen. Dit is waar het leerproces begint.
- Observeer goed en noteer patronen, gedrag en keuzes. Dit is waardevol voor de debrief.
- Geef tijdens het spel geen strategische tips, hints of suggesties over wat verstandig is. Alleen bij verwarring kan de spelbegeleider verduidelijking bieden.
- Stimuleer onderlinge interactie door waar nodig te wijzen op mogelijkheden voor onderhandeling, vertrouwen of samenwerking, maar laat de keuzes altijd bij de spelers.
Speelfase 1
In de eerste speelfase is het doel om een volledig straatje te vormen van vier verschillende hulpbronkaarten. Verzamel de juiste hulpbronkaarten om je straatje compleet te maken, onderhandel met elkaar en bouw vertrouwen op. De jongste speler mag beginnen, daarna spelen we met de klok mee.
Spelmateriaal speelfase 1
Bedrijfskaarten
Bedrijfskaarten representeren het bedrijf van de speler. Er zijn vier soorten bedrijfskaarten: Akkerbouwbedrijf, Tuinbouwbedrijf, Varkenshouderij en Veeteeltbedrijf.
Hulpbronkaarten
Hulpbronkaarten zijn de bouwstenen voor het bedrijf van de speler. Er zijn vier soorten hulpbronnen: Arbeid, Energie, Water en Grondstof.
Munten
Met munten kunnen spelers hulpbronkaarten kopen, samenwerkingen aangaan, innovaties doen en schade herstellen.
Vertrouwensfiches
Met vertrouwensfiches kunnen spelers vertrouwen opbouwen.
Voorbereiding
- Schud de hulpbronkaarten en leg deze gesloten op tafel.
- Iedere speler ontvangt 15 munten.
- Iedere speler trekt willekeurig een bedrijfskaart en legt deze open op de tafel voor zich neer.
- Iedere speler ontvangt één willekeurige hulpbronkaart en legt deze naast de bedrijfskaart op tafel.
- Leg de overige kaarten apart (Innovatiekaarten, Crisiskaarten, samenwerkingskaarten, Overheidssubsidiekaarten en Steunmaatregelkaarten). Deze kaarten heb je in speelfase 2 pas nodig.
Beurtverloop
Inkomsten ontvangen (verplicht)
Iedere speler krijgt aan het begin van zijn beurt inkomsten van de spelbegeleider. De hoogte van de inkomsten is afhankelijk van de grootte van het bedrijf en het aantal volledige straatjes.
Speler krijgt 1 munt voor een onvolledig straatje
Speler krijgt 2 munten voor een volledig straatje
Wanneer de speler aan zijn tweede straatje begint, krijgt de speler 3 munten. 2 munten voor een volledig straatje en 1 munt voor een nog onvolledig straatje.
Kaart trekken (verplicht)
De speler die aan de beurt is trekt een hulpbronkaart van de stapel. De speler heeft daarna de keuze om één van de volgende vier handelingen uit te voeren:
-
De hulpbronkaart kopen
De speler heeft de keuze om de getrokken hulpbronkaart te kopen en toe te voegen aan zijn bedrijf. De aankoop van een hulpbronkaart kost 2 munten. Door een hulpbronkaart te kopen, breidt de speler zijn bedrijf uit en werkt hij toe naar het doel om een volledig straatje van vier verschillende hulpbronkaarten te krijgen. Let op: De speler voegt pas een tweede exemplaar van een hulpbronkaart toe nadat hij een volledig straatje heeft gemaakt (Arbeid, Water, Energie, Grondstof).
Wanneer de speler een hulpbronkaart trekt die de speler zelf niet wil of mag gebruiken zijn er drie opties: -
De hulpbronkaart doorverkopen
De speler heeft de keuze om de hulpbronkaart door te verkopen aan een andere speler. De speler koopt zelf de hulpbronkaart voor 2 munten en verkoopt deze aan een andere speler. Bij meerdere bieders bepaalt de verkoper aan wie de hulpbronkaart verkocht wordt. -
Vertrouwen opbouwen
De speler heeft de keuze om vertrouwen op te bouwen met een andere speler. Dit gaat als volgt:- Speler A besluit vertrouwen op te bouwen met speler B.
- Speler A koopt een hulpbronkaart voor 2 munten en geeft deze hulpbronkaart aan speler B.
- Speler B bedankt voor de kaart door een vertrouwensfiche aan speler A te geven.
Nu is er sprake van eenzijdig vertrouwen.
Later in het spel besluit speler B óók vertrouwen op te bouwen met speler A.
- Hij koopt een hulpbronkaart voor 2 munten en geeft de hulpbronkaart aan speler A.
- Speler A geeft nu een vertrouwensfiche aan speler B.
Er is nu sprake van wederzijds vertrouwen. In speelfase 2 kan dit wederzijds vertrouwen voordelen opleveren.
Let op: Een speler kan maar één keer zijn vertrouwensfiche aan dezelfde speler geven. Vertrouwen opbouwen met meerdere spelers tegelijkertijd is wel toegestaan.
-
De hulpbronkaart afleggen
De speler heeft de keuze om de hulpbronkaart niet te gebruiken en legt de hulpbronkaart op de aflegstapel.
De beurt van de speler eindigt nadat één van bovenstaande handelingen is uitgevoerd. Daarna is de volgende speler aan de beurt. Er wordt met de klok mee gespeeld.
De eerste speelfase wordt gespeeld totdat twee spelers een volledig straatje (vier verschillende hulpbronkaarten) bezitten, daarna begint de voorbereiding van de tweede speelfase.
Speelfase 2
In de tweede speelfase van RisicoRijk komt de nadruk te liggen op het omgaan met crises en het aangaan van samenwerkingen. Nieuwe kaarten zoals crisiskaarten en samenwerkingskaarten worden geïntroduceerd. Deze fase daagt spelers uit om hun strategieën aan te passen en slim in te spelen op de acties van anderen. We beginnen met een korte pauze van 5 minuten. Na de pauze starten we direct met speelfase 2.
Tijdens deze fase is het belangrijker dan ooit om goed samen te werken en vertrouwen op te bouwen. Succes in deze fase hangt af van je vermogen om in te spelen op veranderingen en om effectief te communiceren met andere spelers.
Belangrijk: Bij het zien van het icoon van de megafoon lees je de tekst voor.
Spelmateriaal speelfase 2
Crisiskaarten
De crisiskaarten zorgen voor financiële schade bij alle bedrijven. Elke crisiskaart toont welke hulpbronnen worden aangetast en hoeveel schade wordt toegebracht.
Samenwerkingskaarten
Deze kaarten representeren een samenwerking tussen twee spelers. Alleen spelers die wederzijds vertrouwen hebben kunnen samenwerken.
Innovatiekaarten
Met innovatiekaarten kunnen spelers hun bedrijf beschermen tegen crisissituaties. Er zijn vier soorten die corresponderen met de hulpbronnen.
Overheidssubsidiekaarten
Deze kaarten geven korting op innovaties. Ze kunnen worden opgespaard en gecombineerd voor extra korting.
Spelbegeleider crisis
De spelbegeleider kan optioneel de "Pandemie" crisiskaart inzetten als het spel te rustig verloopt, om spanning toe te voegen.
Steunmaatregelkaarten
Deze kaarten worden door de spelbegeleider uitgedeeld aan spelers in financiële problemen (minder dan 2 munten en 4 hulpbronnen).
Voorbereiding Speelfase 2
Schud de crisiskaarten en de overheidssubsidiekaarten door de stapel hulpbronkaarten en leg deze gedekt op de tafel.
Leg de samenwerkingskaarten, innovatiekaarten en steunmaatregelkaarten als volgt op de tafel.
Beurtverloop
Inkomsten ontvangen (verplicht)
De beurt van iedere speler begint met het uitkeren van de inkomsten. Dit werkt als hetzelfde als in de eerste speelfase.
Kaart trekken (verplicht)
De speler trekt een kaart van de stapel. Er zijn drie verschillende kaarten die getrokken kunnen worden, hieronder zijn de drie mogelijke situaties uitgewerkt:
Situatie 1. Speler trekt een hulpbronkaart.
De speler maakt een keuze uit de vier handelingen van de eerste speelfase.
Situatie 2. Speler trekt een crisiskaart.
De crisiskaart zorgt voor financiële schade bij alle bedrijven. De schadepunten per hulpbronkaart worden op de crisiskaart aangegeven en raken elk bedrijf.
Schadepunten afbetalen
Schadepunten kunnen worden afbetaald met hulpbronkaarten, munten of een combinatie van beide. Elk schadepunt kost 1 hulpbronkaart of 2 munten (de waarde van een hulpbronkaart).
Onvoldoende hulpbronkaarten en munten
Bij onvoldoende munten en het ontbreken van de gevraagde hulpbronkaart lost de speler de schade af met een andere beschikbare hulpbronkaart.
Alle ingeleverde hulpbronkaarten gaan terug in de algemene stapel, waarna de stapel opnieuw geschud wordt. De getrokken crisiskaart gaat uit het spel.
Situatie 3. Speler trekt een overheidssubsidiekaart.
De overheidssubsidiekaart geeft één munt korting op de kosten van een innovatie. De speler beslist zelf of de kaart direct ingezet wordt of op een later moment. Er mogen meerdere overheidssubsidiekaarten tegelijk ingezet worden.
Voorbeeld: De innovatie kost 10 munten. Door het inzetten van de overheidssubsidiekaart, krijgt de speler één munt korting. De innovatie kost 9 munten.
Samenwerken (optioneel)
De speler besluit om samen te gaan werken. Een samenwerking aangaan kost 4 munten.
Voorwaarde om samen te kunnen werken
Beide spelers moeten een vertrouwensfiche van elkaar bezitten om een samenwerkingskaart te kopen.
Mogelijkheid van kostenverdeling
Beide spelers bepalen samen de verdeling van de kosten van een samenwerkingskaart.
Samenwerkingskaart plaatsen
Zodra de samenwerking is afgesloten, wordt de samenwerkingskaart tussen beide spelers op de tafel gelegd. De vertrouwensfiches worden op de samenwerkingskaart geplaatst.
Gezamenlijk crisissituaties bestrijden
Spelers met een samenwerking hebben het voordeel om crisissituaties gezamenlijk aan te pakken en de schade te verdelen.
Samenwerking verbreken
Elke speler heeft te allen tijde de mogelijkheid om een samenwerking te verbreken. De speler die besluit de samenwerking te verbreken betaalt 8 munten.
Innoveren (optioneel)
Een innovatie beschermt het bedrijf van de speler tegen de schade als gevolg van een crisis. Een innovatie aanschaffen kost 10 munten. Het kopen van een innovatie verlaagt de impact van een crisis met 1 schadepunt op het betreffende type hulpbron. Voorbeeld: Als een crisis 2 schadepunten toebrengt aan Arbeid, maar de speler heeft op Arbeid geïnnoveerd, dan hoeft de speler slechts 1 Arbeid te betalen.
Spelers kunnen innovaties individueel of gezamenlijk via een samenwerking aanschaffen. Bij gezamenlijke aanschaf verdelen beide spelers de kosten en profiteren ze samen van de voordelen. Let op: Alleen spelers die samenwerken, kunnen samen innoveren. Mocht de samenwerking verbroken worden blijven de gemaakte innovaties voor beide spelers geldig.
Per beurt kunnen spelers maximaal in één innovatie investeren.
Einde van het spel
Het spel eindigt wanneer één speler drie volledige straten heeft of wanneer twee bedrijven failliet zijn verklaard.
De winnaar van het spel is de speler met de hoogste waarde van het bedrijf. De waarde van het bedrijf bestaat uit de bezittingen, investeringen en munten en wordt als volgt berekend:
- Hulpbronkaart: 2 punten per kaart
- Innovatie: 5 punten
- Niet gebruikte overheidssubsidiekaart: 1 punt
- Munt: 1 punt
- Steunmaatregelkaart (10 munten) (indien ontvangen) wordt afgetrokken van de eindscore